Bestanden versturen naar apparaten in de buurt via AirDrop

Met AirDrop kunt u draadloos documenten, foto's, webpagina's, kaartlocaties en andere onderdelen versturen naar iemand bij u in de buurt. U kunt onderdelen versturen via de Finder of vanuit programma's als Safari of Kaarten. In de lijst met ondersteunde apparaten kunt u zien of uw Mac en het apparaat waarnaar u bestanden stuurt AirDrop ondersteunen.

  1. Voer een van de volgende stappen uit om bestanden te versturen via AirDrop:

    • Via de Finder (bureaublad of Finder-venster): Klik met de Control-toets ingedrukt op het onderdeel dat u wilt versturen en kies 'Delen' > 'AirDrop' uit het contextuele menu.

    • Vanuit een programma (bijvoorbeeld Safari of Kaarten): Klik op de deelknop () en kies 'AirDrop' uit het menu.

  2. Klik op de naam van de Mac of het iOS-apparaat waarnaar u het bestand wilt sturen.

    Als de gewenste naam niet in het venster wordt weergegeven, klikt u op 'Vindt u niet wat u zoekt?'.

De persoon naar wie u het bestand hebt verstuurd, kan het bestand eventueel bewaren. De standaardlocatie voor bewaarde AirDrop-onderdelen is de map 'Downloads' op een Mac.

Op een Mac kunt u regelen welke personen via AirDrop bestanden naar u kunnen sturen. Dit doet u door een Finder-venster te openen, in de navigatiekolom op 'AirDrop' te klikken en uit het menu 'Ik mag worden gevonden door' de optie 'Niemand', 'Alleen contacten' of 'Iedereen' te kiezen.