Documenten afdrukken
-
Open het document en kies 'Archief' > 'Druk af' of druk op Command + P.
Het afdrukvenster wordt weergegeven, met een kleine voorvertoning van hoe uw document er afgedrukt zal uitzien. Klik op de pijlen onder de voorvertoning om door de pagina's te scrollen.
Tip: Als u een voorvertoning op ware grootte wilt bekijken in het programma Voorvertoning, klikt u op het venstermenu 'Pdf' en kiest u 'Open pdf in Voorvertoning'.
Als u de aangegeven instellingen in het afdrukvenster ongewijzigd wilt gebruiken, hoeft u alleen nog maar op 'Druk af' te klikken. Ga anders verder met stap 3.
-
Kies een of meer van de volgende veelgebruikte afdrukinstellingen (mogelijk moet u op 'Toon details' klikken om bepaalde instellingen te zien):
Printer: Kies de printer die u wilt gebruiken. Als de gewenste printer niet beschikbaar is, kunt u een andere printer toevoegen. Zie Een printer toevoegen of verwijderen voor instructies. Als naast de printer die u wilt gebruiken een symbool wordt weergegeven, is er mogelijk een probleem met de printer dat u moet oplossen. Zie Symbolen in het venstermenu 'Printer' voor meer informatie.
Voorinstellingen: Een voorinstelling is een groep afdrukinstellingen. In de meeste gevallen kunt u de standaardinstellingen gebruiken, maar u kunt ook een groep instellingen kiezen die u voor een eerdere afdruktaak hebt bewaard. Zie Afdrukinstellingen bewaren voor later voor meer informatie over voorinstellingen.
Aantal: Geef hier het gewenste aantal exemplaren op. Als u alle pagina's van een document wilt afdrukken voordat het volgende exemplaar wordt afgedrukt, klikt u op 'Toon details'. Klik vervolgens op het venstermenu met afdrukopties, kies 'Papierafhandeling' en selecteer 'Sorteer pagina's'.
Z/W (of Zwart-wit): Selecteer deze optie om in zwart-wit af te drukken (als dit op uw printer mogelijk is).
Dubbelzijdig: Selecteer deze optie om aan beide zijden van het papier af te drukken (als dit op uw printer mogelijk is).
Pagina's: U kunt aangeven of u alle pagina's, één pagina of een bereik met pagina's wilt afdrukken.
Richting: Klik op de knoppen om te schakelen tussen 'Staand' en 'Liggend'.
Zie Geavanceerde afdrukinstellingen opgeven voor meer informatie over de afdrukopties.
Afhankelijk van de printer en het programma dat u gebruikt, kunnen er in het afdrukvenster andere opties staan. Als deze instructies verschillen van wat u op het scherm ziet, raadpleegt u de documentatie voor het programma dat u gebruikt. U geeft de documentatie weer door in de menubalk op 'Help' te klikken.
Tip: Als u een document afdrukt en de marges hebben een andere breedte dan u verwacht of de tekst wordt afgekapt, is er mogelijk een conflict tussen de marges die zijn ingesteld voor het paginaformaat in het programma en het niet-afdrukbare gebied van de pagina dat voor de door u geselecteerde printer is ingesteld. Stel het niet-afdrukbare gebied voor het paginaformaat in op "0". Zie Een aangepast papierformaat aanmaken voor informatie over het instellen van het niet-afdrukbare gebied voor een bepaald paginaformaat.