OS X Programma's schermvullend of in de deelweergave bekijken
In veel programma's kunt u het hele scherm benutten door het programma schermvullend weer te geven of door een tweede programma te openen en de programma's naast elkaar in de deelweergave te bekijken. Op die manier kunt u zich volledig concentreren op de inhoud van de vensters zonder dat u wordt afgeleid door het bureaublad.
De menubalk en het Dock zijn gemakkelijk toegankelijk als u ze nodig hebt. Het bureaublad, andere programma's in de schermvullende weergave of deelweergave, en eventuele ruimten die u hebt aangemaakt, zijn met één veegbeweging naar de voorgrond te halen.
Een programma schermvullend gebruiken
Sommige programma's kunnen niet schermvullend worden weergegeven.
-
Klik op de groene knop linksboven in het programmavenster of druk op Control + Command + F.
-
Voer in de schermvullende weergave een of meer van de volgende stappen uit:
De menubalk weergeven en verbergen: Beweeg de aanwijzer naar of weg van de bovenkant van het scherm om toegang te krijgen tot de menu's van het programma.
Het Dock weergeven en verbergen: Beweeg de aanwijzer naar of weg van de bovenkant of zijkant van het scherm, afhankelijk van de locatie van het Dock.
Naar andere apps gaan die schermvullend worden weergegeven: Veeg naar links of naar rechts op uw trackpad of Magic Mouse. Zie Informatie over trackpad- en muisbewegingen voor meer informatie.
-
Om het programma niet meer schermvullend te gebruiken, beweegt u de aanwijzer naar de linkerbovenhoek van het scherm en klikt u op de groene knop. U kunt ook op Control + Command + F drukken.
Tip: Wilt u een groter venster zonder de schermvullende weergave te gebruiken? Maximaliseer in dat geval het venster door op de groene knop 
te klikken terwijl u de Option-toets ingedrukt houdt. Het venster wordt dan uitgebreid, maar de menubalk en het Dock blijven zichtbaar. Om terug te gaan naar het vorige vensterformaat, klikt u nogmaals op de knop terwijl u de Option-toets ingedrukt houdt.
U kunt ook dubbel op de titelbalk van een programma klikken om het venster te maximaliseren. Als het programma hierdoor echter als symbool in het Dock wordt weergegeven, moet u de instelling voor de titelbalk wijzigen in het paneel 'Dock' in Systeemvoorkeuren.
Twee programma's gebruiken in de deelweergave
Sommige programma's bieden geen ondersteuning voor de deelweergave.
-
Klik linksboven in een programmavenster op de groene knop en sleep het venster naar de gewenste kant.
Klik aan de andere kant van het scherm op het tweede programma waarmee u wilt werken.
-
In de deelweergave kunt u een of meer van de volgende handelingen uitvoeren:
De grootte van de vensters aanpassen: Sleep de scheidingsbalk tussen de programma's naar links of naar rechts.
Van kant wisselen: Gebruik de knoppenbalk van een venster om het venster naar de andere kant te slepen. Als u geen knoppenbalk ziet, klikt u in het venster en beweegt u de aanwijzer naar de bovenkant van het scherm.
De menubalk weergeven en verbergen: Beweeg de aanwijzer naar of weg van de bovenkant van het scherm om toegang te krijgen tot de menu's van een programma.
Het Dock weergeven en verbergen: Beweeg de aanwijzer naar of weg van de bovenkant of zijkant van het scherm, afhankelijk van de locatie van het Dock.
-
Als u een programma niet meer in de deelweergave wilt gebruiken, klikt u in het venster van het programma, geeft u de menubalk weer en klikt u linksboven op de groene knop
. U kunt ook op Control + Command + F drukken. Het andere programma wordt dan schermvullend weergegeven en is toegankelijk via de Spaces-balk. Om het programma niet meer schermvullend te gebruiken, houdt u de aanwijzer op de miniatuur van het programma in de Spaces-balk en klikt u vervolgens op de knop met het minteken
linksboven in de miniatuur.
Tip: Als u al een ander programma schermvullend gebruikt, kunt u snel een ander programma selecteren om daarmee in de deelweergave te werken. Druk op Control + Pijl-omhoog of veeg omhoog met drie vingers om naar Mission Control te gaan. Sleep vervolgens een venster van Mission Control naar de miniatuur van het programma in de schermvullende weergave in de Spaces-balk. U kunt ook de miniatuur van een programma slepen naar de miniatuur van een ander programma in de Spaces-balk.